dalmatichehond
De Dalmatische Hond is in Engeland ontstaan, maar waarschijnlijk is dit ras eerst in Zuid-Azie ontstaan. In de 18e eeuw begeleidde het ras vaak koetsen en had als taak de rijtuigen te beschermen tegen rovers. Deze taak verloor het ras al gauw en spoedig was het dier slechts decoratie. Het is een fijne hond gebleven, vrolijk van aard, aanhankelijk en geen vechter. De Dalmatische Hond leeft vaak lang en is levendig. Controleer altijd voordat u een puppy aanschaft of het dier niet doof is, want sommige Dalmatische Honden worden doof geboren. Het is erg moeilijk om een pup zonder meer op doofheid te testen. De veiligste manier is een pup aanschaffen via de rasvereniging, zij bemiddelen alleen pups die op een leeftijd van 6 tot 8 weken gehoorgetest zijn. Kortharige honden hebben niet veel vachtverzorging nodig maar Dalmatiers verliezen wel het hele jaar door veel korte witte haartjes. Dit is iets waar u terdege rekening mee moet houden!
Gebruik:
   Gezinshond. De Dalmatische Hond is graag bij zijn mensen en is derhalve absoluut niet geschikt om in een kennel gehouden te worden of de hele dag alleen thuis te zijn.
Activiteit:
   De Dalmatische Hond heeft zeer veel beweging nodig. Het liefste rent dit ras achter paarden aan tijdens het uitrijden. Zijn liefde voor paarden heeft hij nog niet verloren. Als alternatief voldoet de fiets uitstekend en worden lange (bos/strand)wandelingen op prijs gesteld. G&G cursussen, Behendigheid en Flyball zijn activiteiten waar Dalmatische Honden graag met hun baas aan deelnemen. Schaf dit ras niet aan wanneer u hem niet voldoende lichaamsbeweging kunt geven.
Verschijning:
   Algemeen: De Dalmatische Hond is een krachtige en symmetrisch gebouwde hond. Het is een gespierd dier met goede houding, zonder grofheid of plompheid. De borst is niet te breed, maar diep. Ribben goed gewelfd. Rechte en sterke rug. Geen opgetrokken buik. Tamelijk lange hals zonder keelhuid.
   Kleur: Wit met ronde losstaande zwarte of leverkleurige vlekken. De vlekken lopen bij voorkeur niet in elkaar over en moeten scherp begrensd zijn. De diameter van de vlekken varieert tussen de gulden en een kwartje, op de benen zijn de vlekken kleiner dan op het lichaam. Gelijkmatig over het lichaam verdeeld.
   Hoofd en schedel: Hoofd is behoorlijk lang, tamelijk brede en vlakke schedel, lange krachtige snuit met matige stop. Ogen zijn bij zwartgevlekte dieren donker van kleur, bij levergevlekte dieren barnsteenkleurig. Oren zijn middelmatig groot en hangend.
   Staart: Lang, ongeveer tot aan de sprong reikend. Sterk aan de basis en naar de punt toe geleidelijk toelopend. Niet te hoog aangezet. Nooit krullend gedragen.
   Voeten: Rond, compact met goed gebogen tenen en stevig voetzolen.
   Beharing: Kort, hard en glanzend.
   Schofthoogte: Reu: 55 - 61 cm, Teef: 50 - 58 cm.
Aard:
   Vrolijk
   Waaks
   Oplettend
   Lief voor kinderen
   Gelijkmatig temperament
   Trouw